In dagblad Trouw las ik deze column van Pepijn Keppel. Een interessant pleidooi om iedere stedeling te verplichten om vrijwilligerswerk bij een sportvereniging te doen. Om, zo schrijft Keppel “[..]weer écht contact te krijgen met de ander. Het sportveld als scharnierpunt van gemeenschapszin.”
Al meer dan 12 jaar ben ik vrijwilliger bij een voetbalvereniging in Amsterdam-Noord. Eerst alleen als trainer-coach, maar al vrij snel ook als bestuurslid en nu alweer een jaar of acht ook als voorzitter. Ik zie hoe belangrijk een sportvereniging voor de samenleving is. Niet alleen om te leren en te blijven bewegen, maar ook om anderen te ontmoeten.
De sportvereniging als grootste sociale netwerk van Nederland. Je zou toch denken dat iedereen dat omarmt. Maar die verenigingen, zeker in stedelijk gebied, staan onder druk. Niet voor niets stond er onderaan het inschrijfformulier van de nieuwe club van Pepijn Keppel: “Wat ga jij doen voor de club?” De eerste gedachte van Keppel was: helemaal niets. Een bekend fenomeen voor verenigingen. Het lidmaatschap is transactioneel geworden. “Ik betaal toch contributie, dan verwacht ik ook dat de kantine open is, de lijnen gekalkt zijn en dat er een gediplomeerde trainer voor de groep staat.”
En dat terwijl de druk op de verenigingen de laatste jaren alleen maar groter is geworden. We moeten vergroenen (alle plastic bekers en bakjes eruit), we moeten (terecht) zorgen voor een veilig sportklimaat (iedere vrijwilliger een VOG) en we moeten concurreren met zoveel andere verleidingen (van de playstation tot de sportschool en van TikTok tot commerciële sportaanbieders).
Als voetbalvereniging hoop je dan gesteund te worden door je bond. Je weet wel, die grote machtige KNVB in de bossen van Zeist. Maar tot mijn grote verbijstering is het tegendeel vaak het geval. In plaats van constructief mee te denken en verenigingen actief te ondersteunen en te ontlasten, stuit ik veel te vaak op een muur van onwelwillendheid. De bond verschuilt zich liever achter procedures en reglementen dan samen met de vrijwilligers van verenigingen te zoeken naar passende oplossingen voor de uitdagingen waarvoor zij zich gesteld zien.
Tegen de politici in Amsterdam zeg ik vaak: jaag je ambtenaren het gemeentehuis uit en laat ze vieze handen maken in de kantines en op de velden van je verenigingen. Misschien geldt dat nog wel meer voor de KNVB: stuur je goed betaalde medewerkers wat vaker het land in en laat hen ook echt ervaren waar de vrijwilligers op de clubs avond aan avond mee bezig zijn.
Wordt vervolgd.