Toen ik de leeftijd had van de spelers van ‘mijn’ Amsterdamse O19 voetbalteam droeg de aanvoerder van AC Milan én het Nederlands Elftal – Ruud Gullit – zijn Gouden Bal (voor beste voetballer van de wereld) op aan de toen nog in gevangenschap levende vrijheidsstrijder Nelson Mandela.

Mandela zat een gevangenschap van 27 jaar uit, hem opgelegd door het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime, omdat hij streed voor gelijkheid voor iedereen. Ongeacht kleur, sekse, opleiding of wat dan ook.
De keuze van Gullit om zijn prijs op te dragen aan Nelson Mandela had een enorme symbolische betekenis. De beste voetballer van dat moment sprak zich uit voor gelijkheid en tegen oneerlijkheid. Symbolen doen ertoe.
Hoe anders is het bijna 40 jaar later. Mijn spelers van 17 & 18 zijn getuige van de president van de overkoepelende wereld voetbalbond (dezelfde bond die Gullit ooit de Gouden Bal deed toekomen) die een “FIFA Freedom Award” uitreikt aan Donald Trump. Een man die het symbool is geworden van verdeel & heers, van polarisatie, van het opzetten van de ene groep tegen de andere groep.

Het lijkt een enorme stap naar de Amsterdamse voetbalvelden. Maar ik waag toch een poging, want daar langs de lijn wordt mij wekelijks de spiegel van de samenleving voorgehouden. Oneerlijkheid wint van sportmanship, de meest heftige beledigingen & bedreigingen zijn niet van de lucht en lukt het niet met snoeiharde woorden dan worden de vuisten er te vaak bijgehaald.
Ik spreek er regelmatig schande van. Ik overleg met mede-bestuurders in de voetbalwereld, spreek met verantwoordelijken bij de KNVB en de gemeente Amsterdam. Ik probeer mij te wapenen tegen mijn eigen opkomend cynisme over de stappen die gezet worden en haal telkens weer energie uit de fantastische groep waarmee ik twee keer per week op het trainingsveld sta.

Maar ik vraag mij ook steeds vaker af of het mogelijk is om het verziekte systeem te veranderen, als het bovenliggende systeem nog vele malen verrotter is? Kan je spreken over normen & waarden als de hoogste baas in je sport normloosheid beloont en bejubelt. Als de moraliteit uit je samenleving verdwenen lijkt, wat voor zin heeft het dan om te spreken over sportiviteit & respect.
Ik ga het komende jaar op zoek naar antwoorden. Dat doe ik door wekelijks mijn ervaringen langs de lijn van de Amsterdamse en Noord-Hollandse voetbalvelden te delen. Maar dat doe ik ook door verslag te doen van alle mooie woorden en beloftes, van ‘One Love’ aanvoerdersbanden tot ‘de streep die we door discriminatie’ moeten zetten die ik als voetbalbestuurder langs zie komen. Ik ga ook niemand meer sparen, omdat het systeem dat van ons vraagt en ik hoop oplossingen te vinden. Ik vermoed dat eventuele oplossingen moed vragen, pijn zullen doen en vele heilige huisjes omver zullen werpen.
Ideeën? Laat het mij weten.


