Sinds een dag of twee ben ik weer terug in Nederland na 8 maanden Zuid-Afrika.
Ben ik nu Zuid-Afrika expert? Nee natuurlijk niet. Het land is daar veel te complex voor. Zo mooi, zo fascinerend, maar tegelijkertijd ook zo ingewikkeld.
Veel te ingewikkeld om de oh zo bekende Nederlandse politieke correctheid op los te laten.
De apartheid is dan wel officieel afgeschaft, maar je voelt de aanwezigheid ervan nog dagelijks.
Zo ook op de allereerste dag van mijn verblijf in Zuid-Afrika. De eigenaar van ons tijdelijke huis leidde ons rond en gaf ons een lijstje met ‘do’s & don’t’s’ en ‘tips & tricks’. Arnott, de (zwarte) garderner, kwam bijvoorbeeld wekelijks op dinsdag, ‘behalve wanneer je hem, op zijn verzoek, vooruit had betaald voor de week erop. You actually have to treat him like a dog’, voegde de (blanke) huisbaas eraan toe. ‘Goed behandelen, maar wel korthouden.’ Ik beet op mijn lip en hield mijn mond, het was immers mijn eerste dag in de Kaap. En ik had nog 8 maanden om het tegendeel te bewijzen.
De maanden die erop volgden onderhield Arnott de tuin geweldig. Als hij er was tenminste. Ik betaalde hem natuurlijk wél vaak vooruit. Gaf hem een flinke bonus op zijn verjaardag en hielp hem aan een nieuw onderkomen toen zijn vrouw hem uit huis had gezet. En iedere keer klopte de theorie van de huisbaas. Ik liet mij echter niet kennen en zette stug door.
Zo ook afgelopen woensdag op de avond van ons vertrek. De huisbaas had Arnott gevraagd om de sleutels in ontvangst te nemen en die nacht op het huis te passen. Een uur voor vertrek stond Arnott voor de deur. Kletsnat en diep in de olie.
‘Please don’t tell mister M’, was zo’n beetje het eerste dat hij uit kon brengen. Terwijl ik hem opdroeg zijn kleren in de wasmachine te gooien haalde ik een broek en shirt uit mijn koffer en maakte een groot bord pasta en een enorme kan limonade in de hoop hem snel te kunnen ontnuchteren. ‘Please don’t tell mister M and are you giving me a farewell-gift?’
Met nog een stapel randen als afscheid zwaaiden wij Arnott uit en deed ik iets wat ik 8 maanden eerder niet zou hebben gedaan. Ik belde de huisbaas en ‘verlinkte’ Arnott.
De volgende morgen op Schiphol belde ik naar ‘huis’ om te zeggen dat we veilig waren aangekomen. De huisbaas deelde doodkalm mee dat hij net Arnott in bed had gelegd nadat hij hem van het politiebureau had opgehaald.
Wat? Ja, Arnott had eerst de door ons achtergelaten flessen wijn genuttigd en vervolgens de Jeep van de huisbaas gepakt en zonder rijbewijs stomdronken de Jeep in een boom geparkeerd. Total-loss.
Wat nu? ‘I should fire him, but at the end of the day Arnie is a good guy you know’.
Begrijpt u het nog?