Vandaag verschenen in het #FD
Veteranen
‘Hoeveel werkgevers kunnen zeggen dat hun werknemers bereid zijn zelfs hun leven voor hen te geven?’. Terwijl afgelopen zaterdag in de Ridderzaal in Den Haag bij de start van de jaarlijkse Nederlandse Veteranendag de woorden van een Nederlandse Bosnië-veteraan langzaam tot mij doordringen, dwalen mijn gedachten af naar een bijeenkomst in Boston in 2004. Ik bracht daar een bezoek aan de Democratische conventie waar John Kerry gekozen werd tot de presidentskandidaat van de Democratische partij. Vietnam-veteraan Kerry moest het in de race om het presidentschap van de Verenigde Staten opnemen tegen zittend President George W. Bush, de man die zijn land zowel de oorlog tegen Irak als tegen Afghanistan ingeleid had.
Maar daar in een gigantische zaal in Boston werd ik vooral getroffen door de waardige, liefdevolle en totaal vanzelfsprekende wijze waarop getroffenen, veteranen en familieleden van veteranen aan conflicten en oorlogen van Korea tot Bosnië geëerd werden. Het viel mij vooral op hoe de Amerikanen in staat bleken te zijn om hun veteranen met respect en waardigheid te behandelen en hen niet verantwoordelijk te houden voor de beslissingen die niet door hen, maar door politici genomen zijn.
Dan hebben wij in Nederland nog een hele weg te gaan. Na afloop van de plechtigheden in de Ridderzaal en het Binnenhof verplaatsten de veteranen zich naar het Malieveld en maakten zich op voor een defilé door de stad. Tegelijkertijd zocht een mobiel team aansluiting bij het winkelende publiek in de binnenstad van Den Haag. Erkenning en waardering voor de Nederlandse veteranen, ‘ingezet in dienst van de vrede’ luidde de boodschap. Bij de Haagse Bijenkorf bleek deze boodschap echter aan dovemansoren te zijn. Vergezeld door een beveiliger haastte de bedrijfsleider zich naar buiten om het mobiele team te verstaan te geven dat zijn winkel niet geassocieerd wilde worden met de Nederlandse veteranen en dat zij zich snel dienden te verplaatsen want dit was slecht voor zijn klandizie.
In de Verenigde Staten zou een dergelijk actie ondenkbaar zijn, niet alleen vanwege het respect dat de samenleving voor haar veteranen koestert, maar ook omdat de veteranen een uitermate goed georganiseerde belangenvereniging zijn. Het voorzieningenniveau voor mensen met een handicap is in de Verenigde Staten mede dankzij de lobby van de Vietnam-veteranen één van de hoogste in de wereld. De Amerikaanse evenknie van de Bijenkorf zou meteen getroffen worden door een grootscheepse actie vanuit de krachtige veteranengemeenschap.
Zo ver zijn we in Nederland nog niet, maar de eerste stappen lijken gezet te zijn. In de Ridderzaal riep de al eerde gememoreerde veteraan zijn mede-veteranen op om midden in de samenleving te gaan staan. Om de verbinding te zoeken, om de verhalen te vertellen en om diezelfde samenleving te verrijken met de kennis, ervaring, doorzettingsvermogen en inzet van onze veteranen.
Gelukkig zien steeds meer werkgevers de waarde van veteranen voor hun organisatie en durven daar ook openlijk mee naar buiten te treden. Premier Rutte ging afgelopen zaterdag zelfs een stapje verder door te verklaren dat voor hem iedere dag een beetje veteranendag is. Benieuwd naar wat de Bijenkorf volgend jaar gaat doen.
Alex Klusman
Eigenaar BKB | Het Campagnebureau
Twitter: @AlexKlusman