De afgelopen dagen rijdend door de waanzinnig mooie West Kaap zingt het prachtige lied ‘Mensch, durf te leven’* zo mooi gezongen door Wende Snijders Strictly_GetDomain(‘(http://tinyurl.com/57sklf) ‘,’http://tinyurl.com/57sklf)’)maar steeds door mijn hoofd.
Hier in Zuid-Afrika wordt geleefd. Voluit. Met alle risico’s van dien. Want waar geleefd wordt vallen spaanders. En dat zie je. Veel verkeersongelukken, echte extreme sports met dito ongelukken, overmatig alcohol gebruik, onveilige seks en ga zo maar door.
Zelfs in ons dagelijkse, beschermde en noem het burgelijke leven hier in Hout Bay merken wij het. Het zit ‘m vaak in de kleine dingen. Je rijdt in grote krachtige auto’s of in kleine krakkemikkige run-arounds. Gordels om, welnee. Kinderen in overbeveiligde kinderzitjes? Ach, het zit zo leuk in de passagiersstoel met het raam open naast je. En niemand die erop let of er wat van zegt.
De klimrekken in speeltuinen zijn hoger dan in Nederland. En zachtige verende tegels onder de schommels. Hoezo? Waarom?
Is het een – door onze voorouders de Voortrekkers ingegeven – hang naar vrijheid die verwoordelijk is voor deze ‘way of life’ of is het eerder het gevolg van de ontwikkelingsgraad van het land? Het antwoord moet ik jullie voorlopig schuldig blijven, maar gelukkig heb ik nog ruim een half jaar om het antwoord te vinden.
* Mensch, durf te leven – Tekst Dirk Witte
Je leeft maar heel kort, maar ‘n enkele keer
En als je straks anders wilt, kun je niet meer!
Mensch, durf te leven!
Vraag niet elken dag van je korte bestaan:
Hoe hebben m’n pa en m’n grootpa gadaan?
Hoe doet er m’n neef en hoe doet er m’n vrind?
En wie weet, hoe of dat nou m’n buurman weer vindt,
En – wat heeft ‘Het Fatsoen” voorgeschreven?
Mensch, durf te leven!
De menschen bepalen de kleur van je das,
De vorm van je hoed, en de snit van je jas
En – van je leven!
Ze wijzen de paadjes, waar langs je mag gaan,
En roepen ‘o foei!’ als je even blijft staan, –
Ze kiezen je toekomst en kiezen je werk,
Ze zoeken een kroeg voor je uit en een kerk,
En wat j’ aan de armen moet geven.
Mensch, is dat te leven?
De menschen – ze schrijven je leefregels voor,
Ze geven je raad, en roepen in koor:
Zoo moet je leven!
Met die mag je omgaan, maar die is te min.
Met die moet je trouwen, – al heb je geen zin.
En daar moet je wonen, dat eischt je fatsoen –
En je wordt genegeerd als je ‘t anders zou doen,
Alsof je iets ergs had misdreven,
Mensch, is dat leven?
Het leven is heerlijk, het leven is mooi.
Maar – vlieg uit in de lucht, en kruip niet in een kooi!
Mensch! durf te leven!
Je kop in de hoogte, je neus in de wind,
En lap aan je laars hoe een ander het vindt!
Hou een hart vol warmte en van liefde in je borst,
Maar wees op je vierkante meter een Vorst!
Wat je zoekt kan geen ander je geven!
Mensch, durf te leven!