De eerste aankoop voor ons nieuwe kantoor begin deze eeuw was een foto van de Nederlandse fotograaf Anton Corbijn. In zijn typerende stijl had Corbijn de Indiase schrijver Salman Rushdie geportretteerd oog in oog met de Ierse zanger en activist Bono van U2. Meest opvallende element aan de foto is het simpele feit dat de heren gewisseld hebben van bril. Bono draagt het kenmerkende brilletje van de schrijver, terwijl Rushdie getooid is met de onafscheidelijke donkere zonnebril van het popicoon. Zo simpel en tegelijkertijd zo doeltreffend. Voor ons als bureau is dit beeld precies dat wat wij zelf ook willen zijn en uitstralen. Een cross-over tussen verschillende werelden en disciplines. Deels ingegeven door de gedachte dat er te weinig kruisbestuivingen zijn en deels omdat we zelf gewoonweg nooit de keus hebben kunnen maken of we nou ondernemer, journalist, politicus of kunstenaar zijn.
Dit weekend moest ik hieraan terugdenken toen ik in het NRC Handelsblad het openingsartikel over het verschrikkelijke skiongeluk van Prins Friso las. Journaliste Koelewijn had aan de hand van haar echtgenoot, tevens neurochirurg toegang gekregen tot één van de behandelend artsen van de Prins. Naast de discussie die de afgelopen dagen in alle hevigheid heeft gewoed over het medisch beroepsgeheim van de Oostenrijkse arts Claudius Thomé en dat van zijn Nederlandse collega Kees Tulleken ben ik ook erg geïnteresseerd in een discussie op een ander niveau. Welke ‘bril’ droeg de journaliste (en daarmee ook de hoofdredacteur van NRC) toen zij de informatie verkreeg en die verwerkte tot een voorpagina artikel.
Laat ik een voorbeeld geven. Vijf jaar geleden organiseerden wij voor het ministerie van Buitenlandse Zaken Het Akkoord van Schokland; een groot evenement over Ontwikkelingssamenwerking op het voormalige eiland Schokland in de Noordoostpolder. Krap een maand daarvoor hadden wij in het bijzijn van hoge ambtenaren van het ministerie een contract getekend om dit spektakel in het kader van de eerste 100 dagen van het kabinet Balkenende IV te organiseren. Net als dat Koelewijn aangaf journaliste te zijn en over het gesprek te zullen schrijven, stelden wij de vraag of het officieel moest worden aanbesteed. Het ministerie oordeelde dat het hier vanwege de korte voorbereidingsperiode om een unieke situatie ging, waardoor de gewone aanbestedingsregels niet golden. Dat was waar, maar het ontbrak ons en hen op dat moment aan een journalistieke en politieke bril om te beseffen dat, ook al deden wij niks verkeerd, we hier drie keer moesten bedenken of dit wel verstandig was. Drie maanden later bevonden wij ons in het oog van een ongekende mediastorm over de schending van de aanbestedingsregels bij het toewijzen van deze opdracht aan ons bureau.
Sindsdien stellen wij onszelf consequent de vraag of iets kan en sterker nog of iets verstandig, wenselijk en ethisch verantwoord is om te doen. De ervaring van toen heeft ons gelouterd en scherper gemaakt op de verschillende rollen die wij te spelen hebben. Laten we hopen dat het relletje van afgelopen weekeinde hetzelfde effect heeft op de media, die meer en meer als een commerciële bedrijfstak opereert waarbij een scoop belangrijker lijkt te zijn dan de vraag welk doel er met die scoop gediend wordt.
Alex Klusman
Eigenaar BKB | Het Campagnebureau
Twitter: @AlexKlusman
Deze column is vandaag in het #FD verschenen.