Vandaag verscheen in het Financieele Dagblad mijn eerste column:
Normandië
‘De bescherming van het veilige bos is weg en we staan open en bloot in de vuurlinie. ’ ‘Iedere dag weer landen we op het strand van Normandië en zullen we ons het land in moeten vechten.’ De metaforen galmen nog steeds door mijn hoofd na twee lange dagen met het gehele team van mijn campagne- en communicatiebureau in een hutje op de hei. Met twintig man bogen we ons over het afgelopen half jaar, maar we zaten er vooral om vooruit te kijken naar wat de komende maanden ons te bieden hebben.
Hoe anders is zo’n tweedaagse dan pak ’m beet twee jaar geleden.
Budgetten bij bedrijfsleven en overheid zijn drastisch verlaagd, opdrachten zijn schaarser geworden, de concurrentie is verhard en het is nog maar afwachten wat het nieuwe kabinet ons gaat brengen.
Die veranderingen brengen tal van vragen met zich mee: hoe overtuig je je personeel van het feit dat er een economische (en politieke) wind waait die anders is dan zij ooit hebben ervaren?
Een harde en gure wind die geen ruimte biedt aan verslapping, aan slordigheid, aan middelmatigheid.
Een wind die alle extra’s allang weg heeft geblazen. Hoe motiveer je je personeel om die wind te (willen) trotseren?
Mijn bedrijf (en daarmee ook Normandië Normandië de medewerkers) heeft sinds de oprichting aan het einde van de vorige eeuw eigenlijk nimmer tegenspoed gekend. Bij ons kwamen de opdrachten — zo voelde het althans — toch wel als een soort van vanzelfsprekendheid aanwaaien. Bij de uitvoering van die opdrachten was the sky meestal echt the limit. Groei, winst, opleidingsbudgetten, positieverbeteringen en eigen projecten hoorden er ‘gewoon’ bij. Kortom, een bedrijf dat de afgelopen tien jaar, een klein oneffenheid daargelaten, louter voorspoed heeft gekend.
En dan zit je op de hei, in een mooi verbouwde boerderij en dan valt de boodschap toch ineens rauw op ieders dak. ‘Maar vroeger…’ bestaat niet meer. Er is een nieuwe realiteit die we niet alleen moeten accepteren, maar die we ons als de donder eigen zullen moeten maken.
Hoe ziet die nieuwe realiteit er voor ons bedrijf dan uit? De teugels worden veel strakker aangetrokken.
Geen plaats meer voor zachte heelmeesters. Keihard afrekenen op prestaties. Minder ruimte voor ‘leuke’ eigen projecten.
Schaatser Shani Davis wordt dit seizoen niet meer gesponsord.
We moeten militaire discipline koppelen aan Zwitserse nauwkeurigheid, maar we mogen tegelijkertijd niet uit het oog verliezen dat we de unieke eigenschappen van werknemers moeten stimuleren, inzet moeten prijzen en kwaliteit belonen.
Betekent dat dan de dood in de pot? Welnee, integendeel. Juist door het maken van vlijmscherpe keuzes, door 24/7 op de toppen van ons kunnen te presteren, zal kwaliteit zich uitselecteren en zullen we sterker uit de strijd komen. Normandië, here we come!
Pingback: Een nieuwe lente | Klusman.com()