Militaire operatie
Met de verkiezingen van 12 september in zicht is het spel in politiek Nederland op de wagen. Bij het CDA strijden zes kandidaten in een ledenreferendum om het lijsttrekkerschap. Daarnaast lijkt ook GroenLinks zich op te maken voor een interne campagne om hun eerste man of vrouw aan te kunnen wijzen. De andere partijen zijn inmiddels druk doende om hun verkiezingscampagnes in de steigers te zetten.
Tijd voor een inkijkje in de opbouw van een campagneteam, vandaag deel 1: de campagnemanager.
Toen ikzelf in 1997 voor het eerst betrokken raakte bij een politieke campagne, de herverkiezing van toenmalig premier Wim Kok, trapten wij af met een terugblik op de Kies Kok-campagne van 1994. Iedereen op mij heen, van notoire laatkomers tot oude rotten in het vak, drukte mij op het hart om echt ruim op tijd aanwezig te zijn op de afgesproken locatie, ergens in het centrum van Amsterdam. Waarom? Simpelweg omdat de campagnemanager uit 1994, die de presentatie verzorgde, laatkomers niet accepteerde omdat ‘een campagne vraagt om militaire discipline en precisie’.
In 2008 leidde David Plouffe de campagne om Barack Obama de eerste zwarte president van de Verenigde Staten te maken. Bijgaand filmpje laat zien dat ook hij de campagne als een haast militaire operatie heeft benaderd, waarbij alles in dienst diende te staan van het einddoel.
Als ik kijk naar de eerste schermutselingen in de Nederlandse politieke arena, dan valt er nogal wat te leren van de lessen van zowel mijn campagnementor als van die van David Plouffe. GroenLinks heeft bijvoorbeeld het talentvolle Kamerlid Jesse Klaver als campagnemanager voor de op handen zijnde verkiezingen aangesteld. Een, in mijn ogen, haast onmogelijke opgave omdat Klaver zelf ‘partij’ in de verkiezingen is. Hij wil door als Kamerlid en zal na 12 september weer in de hiërarchie van de fractie terug moeten keren.
Een goede campagnemanager is onafhankelijk en heeft zijn handen volledig vrij om zonder aanziens des persoon die beslissingen te nemen die voor het resultaat op verkiezingsdag het beste zijn. In ‘onze’ campagne van 1998 moest de campagnemanager bijvoorbeeld één van de Kamer-kandidaten een tijdelijke zwijgplicht opleggen. Zo’n beslissing is een stuk lastiger te nemen wanneer je weet dat je een week later met diezelfde persoon in één en dezelfde fractie zit.
CDA kandidaat voor het lijsttrekkerschap Henk Bleker heeft Jack de Vries weten te strikken als zijn campagnemanager. De kwaliteiten van De Vries zijn onomstreden, sterker nog hij is één van de beste ‘campaigners’ die ons land rijk is. Toch dient zich voor Bleker een probleem aan. Ook zijn campagnemanager is ‘partij’ geworden in de strijd. Niet omdat hijzelf kandidaat is, maar meer door de ‘bagage’ die hij met zich meedraagt. Dat het in een interview, afgelopen week, met Bleker bij Pauw & Witteman langdurig gaat over de rol van zijn campagnemanager (vanaf 09.03) zal toch nooit zijn bedoeling zijn geweest?
Benieuwd of Mark Rutte, Diederik Samsom en Emile Roemer er hun voordeel mee doen en durven een campagnemanager aan te stellen die niet alleen onomstreden is, maar hen ook nog eens ongezouten op hun eigen feilen durft aan te spreken. De keuze voor de campagnemanager is de eerste indicatie van het zelfvertrouwen van de politicus.
Ter inspiratie nog een laatste voorbeeld van een spijkerharde en onafhankelijke campagnemanager, die in dit filmpje ook menselijke trekken vertoont. James Carville de man achter de onbekende gouverneur Bill Clinton die in 1992 president van de Verenigde Staten wilde worden.