Beste Clarence Seedorf,
Bijna zes jaar geleden bezocht ik voor het eerst jouw geboorteland Suriname. Twee weken lang genoot ik met volle teugen van het leven in Paramaribo, van de bijzondere ontmoetingen, van het heerlijke eten en van de prachtige natuur buiten de hoofdstad. Natuurlijk bezocht ik ook jouw voetbalstadion op ruim 30 kilometer buiten Paramaribo. Geweldig om te zien hoe jij voetballertjes uit de wijde omgeving in staat stelt om onder goede omstandigheden hun geliefde sport uit te kunnen oefenen.
Maar ik werd ook geraakt door het wij-zij sentiment dat er leefde onder de mensen die ik sprak. Zij, de Surinamers met een rood (Nederlands) paspoort en wij, de Surinamers die achtergebleven waren. Dat sentiment trof ik misschien nog wel het heftigst aan onder een groep jongeren die ik samen met Erik van Bruggen een training ‘campagnevoeren’ gaf.
Ik verbleef overigens in Suriname om met een gelegenheids theatergezelschap een stuk op te voeren over de Decembermoorden van 1982. De reacties op het toneelstuk waren heftig. Het leek alsof er voor het eerst sinds die gruwelijke gebeurtenis openlijk gesproken werd over deze open zenuw in de geschiedenis van Suriname. Overigens voelde wij toen al de machtige schaduw van voormalig legerleider Desi Bouterse bij iedere stap die wij zetten, ook al bekleedde hij toen geen invloedrijke positie in het land.
Nu, bijna zes jaar later overweegt hetzelfde theatergezelschap om wederom naar Suriname af te reizen om een stuk over het slavernij verleden van Suriname en Nederland op de planken te brengen. Maar een groot deel van de betrokkenen twijfelt of zij daar wel verstandig aan doen. De lange arm van de groeiende dynastie van de inmiddels tot President gekroonde Desi Bouterse ziet in elke andersdenkende een staatsvijand. ‘Ze zijn zo onberekenbaar geworden’ en ‘ze zijn boven iedere wet verheven’ kreeg ik als antwoord toen ik mijn verbazing uitsprak over de twijfel om naar Suriname af te reizen. ‘Veel van onze familie en vrienden die nog in Suriname wonen kiezen ervoor om zich vooral koest te houden of sparen om naar Nederland te vertrekken.’
Op mijn vraag voor wie Desi Bouterse en zijn trawanten wel gevoelig zouden zijn, viel direct jouw naam. Jij hebt de autoriteit en het respect om de andere kant van het verhaal te belichten. Of zoals ik je ergens in een documentaire tegen een groep kinderen in Suriname hoorde zeggen: ‘Ieder van jullie heeft een droom, een droom wat jullie willen doen als jullie ouder zijn. Die droom moeten jullie nooit opgeven, blijf altijd dromen.’
Ik wil ook blijven dromen van een wereld waar iedereen zijn dromen kan najagen. Of dat nou gaat om de inwoners van mijn geboorteland Zambia of om de mensen in Switi Sranan. Daarom vraag ik jou Clarence Seedorf om door te gaan met wat je op en buiten het veld doet. Je bent een voorbeeld van iemand die ras, nationaliteit en koloniale geschiedenis ontstijgt, die door sport weet te verbinden en zowel Surinamers als Nederlanders trots maakt. Ik bied bij deze mijn diensten aan om samen aan een nieuw project te bouwen. Een project waarmee we de dromen van die kinderen kunnen verwezenlijken en de verstikkende deken weg kunnen halen die er nu over Suriname ligt.
Met vriendelijke groet,
Alex Klusman