Afgelopen week verscheen het magazine Kracht van het KWF, met een kort portret van mij en mijn masker. Het portret vervulde mij met trots, maar de laatste zinnen ‘Over een jaar weten de artsen pas of de groei van de tumor gestopt is. Dat afwachten is voor mij onzeker en moeilijk; er zit toch iets in mijn hoofd dat er niet hoort. Soms maak ik me daar grote zorgen over’ houden mij toch meer bezig dan ik durf toe te geven.
Vandaag is zo’n dag dat de zorgen mij ineens in alle hevigheid overvallen. Zomaar ineens steekt dat dan de kop op, zonder dat ik daar een directe aanleiding voor kan aanwijzen. Wat is dat toch? Wellicht is het de vermoeidheid van een week net iets te hard werken, of een artikel dat ik ergens op het web of in de krant ben tegengekomen of misschien is het gewoon iets dat zomaar ineens de kop opsteekt.
Wat het dan ook moge zijn, feit is dat het buitengewoon verstorend werkt. Inmiddels heb ik wel wat handigheid gekregen om met zo’n dag als vandaag om te gaan, maar verreweg het gelukkigst ben ik met mijn grote liefde die mij begrijpt, steunt en telkens maar weer bemoedigend toespreekt.