Bijgeloof
Een ritueel klinkt mooi, maar misschien is het eerder de behoefte aan routine of zelfs wel het geloof in bijgeloof. Ik heb daar mijn hele leven al een sterke hang naar. Vroeger als tiener en fervent aanhanger van fc Groningen bijvoorbeeld, zweerde ik op wedstrijddagen altijd bij hetzelfde ritueel. Uitwedstrijden van mijn cluppie luisterde ik altijd in mijn eentje via Langs de Lijn, gezeten op mijn bed met een door mijzelf beschilderde vlag van fc Groningen om mijn schouders gedrapeerd. Ik was ervan overtuigd dat het een positieve invloed had op de einduitslag.
Vandaag realiseerde ik mij dat ik ook bij mijn bestralingscyclus, de 12e heb ik inmiddels achter de rug, een ritueel heb ingebouwd. Op de heenweg naar het ziekenhuis heb ik een vaste route op de fiets door het Vondelpark. Eenmaal bij de VU neem ik de trap naar -1 en vervolgens de lift nog een verdieping lager naar de radiologie afdeling. Ik loop dan meteen naar de scanner om mijn gegevens te laden voordat ik mij installeer in wachtruimte A . Vijf minuten voor ‘showtime‘ maak ik een loopje naar de wc en dan kan het feest beginnen.
Zodra de bestraling erop zit vertrek ik met de lift, maar nu direct naar de begane grond en meteen door naar de fietsenstalling. Eenmaal op de fiets bel ik eerst mevrouw Klusman (zoals mijn geliefde op het internet heet) om te vertellen dat er weer een sessie op zit en vervolgens bel ik mijn moeder om ook haar mee te delen dat ik weer eentje dichter bij de 25 ben. Tot nu toe altijd in die volgorde, waarbij ik mijn ritueel afsluit met een kop koffie op kantoor.
Noem het bijgeloof en verklaar mij voor gek. Maar ik doe het toch gewoon nog 13 keer.